donderdag 7 april 2016

La Bohème

9 Maart, terug in het grote Australië. Nu we uit Nieuw Zeeland komen lijkt OZ een beetje op een land van Roald Dahl. Een GVR-land, waar veel dingen gevaarlijk zijn. Waar je uit je doppen moet kijken. Waar je het moet hebben van intelligente en uitzonderlijk vriendelijke medemensen die helpen met onderdak en andere faciliteiten. 
Gelukkig komen we elke keer weer schatten tegen.

Over schatten gesproken, we zijn opaal gaan zoeken. Later, binnen 20 jaar of zo, zou ik enkel durven zeggen dat we in Australië geweest zijn, als we de broeiende hitte van de Outback gevoeld en naar opaal gezocht hebben en naar de opera in Sydney gegaan zijn. Nele was gelukkig te overhalen om toch een paar dagen de warmte van de nazomer te trotseren, en 't was met resultaat. 



We hebben echte opaal gevonden, zowel witte als zwarte (en de zwarte is bijna alleen in 'ons' delfterrein, Lightning Ridge, te vinden). 't Is niet dat we een grote pot goud aan 't einde van de regenboog gevonden hebben. Maar deze kleine steentjes zijn voor ons, bescheiden beginnersgelukzoekers, zo veel waard als dikke karaatgewogen edelstenen. Onze stenen dienen nu wel geslepen te worden. Heeft iemand thuis een slijpmachine liggen? Of een slijpmachinist? Laat het ons weten op wijzijnefkesweg@gmail.com

Een tijdje geleden hadden we onze opera in het beroemdste theater van de wereld geboekt. En nog goeie plaatsen gevonden ook! We moesten alleen op tijd in Sydney geraken, want mannekes, dit land is zo groot. En we hadden die klucht van een auto aan ons been. Afin, in de hitte deed hij het eigenlijk helemaal nog niet zo slecht: 45° en dan zonder probleem een paar honderd kilometer rijden met airco en een trailer... 
Maar die lofbetuiging dient voor niets, want op 14 maart, met de Blue Mountains onder onze wielen begint het met onze remmen bergaf te gaan! We zetten ons met de auto aan de kant, 80km van Sydney, op de top van het bergplateau. Net op tijd, want de remmen blazen hun laatste adem. Er zit waarschijnlijk een fit in het hydraulisch systeem, want de rem doet fwioet. De enige uitweg is een garage, die er gelukkig wel is op de bergkam. Klein bijkomend probleem is dat we morgen in onze zondagse kleren in Sydney CBD moeten zijn voor onze ontmoeting met Puccini. Achteraf wisten we dit: de mastercylinder én booster hebben het begeven omdat de rembekrachtiging niet bij alle wielen loste wanneer ge stopt met remmen. Voor non-mechaniekers: Als de remmen stoppen met werken heeft men een probleem.
Het lange en uitgebreide verhaal zullen we pas vertellen wanneer Nele en ik binnenkort bij u op bezoek komen, we eens goed bijbabbelen en niet vroeg gaan slapen. 

We maken ons al een beetje zorgen over de rest van de week, want met grote reparaties aan de auto is ons geld ongeveer op. Misschien vinden we wel een job in Sydney. 
Maar eerst werden we dus getakeld, met trailer en al, naar een camping. We laten daar de zorgen heel even achter, en gaan op ons Paasbest op verkenning in de Stad, op zoek naar muziek. 



De geweldige veelzijdigheid van Sydney wint het in mijn ogen van de intimiderende onmetelijkheid. Het is fascinerend hoe de crème van de moderne tijd aan het Opera House, met de talloze fancy café's en restaurants, goede buren is met het wilde zakenleven, met de ultieme rust van gigantische parken en historische gebouwtjes en met het Côte d'Azur vakantiegevoel aan de stranden van de suburbs. De culturen zijn hier gemengd als een potje ochtendyoghurt met muesli. Een toerist kan zichzelf verliezen in een overaanbod voor elke interesse: het sportleven is gigantisch, er zijn musea achter elke hoek, van elke soort die ge kunt bedenken is er wel een café, bibliotheken, architecturale hoogstanden, shoppingcentra, de madammen en meneren die ge in de Weekend Knack ziet lopen hier op straat, mét diezelfde kleren aan. Soms vind ik dat mooi, soms lelijk, soms te weinig stof. In elk geval zijn ze bezig om zichzelf cultureel te onderscheiden. Op een goeie dag vraag ik me af of dat een teken is van dagelijkse kunst als uiting van ver geëvolueerde beschaving, op een slechte dag vraag ik me af of dat een decadente vorm van verveling is, badend in de luxe van diezelfde maatschappij waarvan den beton te hoog is om iets van de woestijn te kunnen zien. 





De bommen in Brussel zijn wereldnieuws. Erover bloggen ga ik niet doen. 't Is wel heel erg. 
Nu, aan de schrijftafel, bedenk ik dat het goed is om de wereld te zien. Niet langs één kant, niet door één bril, niet met één mening. Het zijn misschien wel de contrasten die ons veel bijleren. 





Puccini zet een gemakkelijke vergelijking met mens, wereld en zijn opera op zijn kop: De wereld is zoals een personage uit La Bohème, tevreden met zichzelf, maar fysiek of mentaal niet altijd in de haak. Mensen zoals u en ik zijn als La Bohème: dat begint en eindigt, dat een verhaal en inhoud met zich meedraagt, dat misschien wordt gewaardeerd, wordt meegeleefd. Een aria met veel bijval, of een theatermedewerker waarvan wordt vergeten hoe belangrijk die wel is. Een mens zoals u en ik is La Bohème waarnaar andere mensen kijken, luisteren, graag wel eens klappen en het leven dan verderzetten. En dat vind ik op een slechte dag een aandoenlijke gedachte, op een goeie dag een fraaie gedachte.

Tot gauw, met nog meer fraaie gedachten,



Hendrik


Geen opmerkingen:

Een reactie posten