zaterdag 5 september 2015

Desuperlatieven

Na drie weken Australië zou het zomaar kunnen dat men superlatieven vergeet te gebruiken. Alles is zo waanzinnig mooi of gek of groot, dat het zoeken naar woorden te moeilijk wordt. Dan kijken we naar bijvoorbeeld naar een opvliegende vlucht pelikanen, of naar zeeschildpadden die met tropische gemoedelijkheid naar lucht happen. Daarbij houden wij onze koppekes scheef zoals vooral papegaaien dat doen. Er komt dan met moeite nog een krakende of zuchtende 'wooow' uit de permanent open mond.
In het vorige blogbericht beloofde Nele een boottocht naar Whitsundayeilanden. Om het paradijselijk karakter te laten bestaan in zijn mysterie en om de jaloezie van de mensen thuis een beetje te sussen zullen we alles even desuperlatieven. Dit gaat als volgt, in tegenstelling tot wat men op den BBC leert:
 "Magnificent and amazing, astonishingly beautiful, better than cool bananas, up to the nines, superb, wonderful, pristine, glistening turqoise en awe-inspiring" wordt allemaal vervangen door het Vlaamsche "schoon" of ABNs "mooi"
"Als dit voor echt is, dan... pfoeh" wordt "behoorlijk indrukwekkend"
"ni normaaaaaaaaaaaaaal zo chique" wordt "speciaal"
"It's so fluffy/pretty I'm gonna diiiiiiie" wordt "snoezelig"
"Kijk kijk kijk kijk kiiiiijk!" wordt "hier en daar"
"Djeeezus dees is belachelijkschoon, knijpt mij want ik denk dak droom" wordt eenvoudig "prachtig"
Dus, deze boottocht was eigenlijk het gecombineerde verjaardagscadeau (er is maar een gat van twee weken tussen onze verjaardagen) dat volledig werd gefinancierd door de schenkingen van familie en vrienden op de afscheidsfeestjes. Allereerst nog eens bedankt daarvoor, 't is een mooi cadeau geworden! De passagiers op deze snelle catamaran waren bonte en fijne mensen. De kapitein (Skipper 'bonety' Ian) en host ('kooky blondy' Jazz) achtereenvolgens geniaal en supervriendelijk. We voeren eerst vanuit Airlie Beach naar een baai van het grote Whitsunday Island. Die baai zal Nele zich nog herinneren, want ze liet haar fancy gsm daar 's avonds in 't water vallen. De kapitein is die de volgende ochtend keurig op de bodem van de oceaan gaan opduiken, een pluim voor hem! Maar de 'phons' is dus wel kapot. Na dat beteuterd momentje doken we toch vrolijk in het eerder frisse maar zachte water van de quasi tropische appelblauwe zee. En daarna deden we wat weinigen kunnen doen: met een helderste nachthemel én volle maan het magische witte zand van Whitehaven Beach gaan betasten. Behoorlijk indrukwekkend. Ook de dag nadien gingen we daar zwemmen, sporten en spelen en hier en daar tussen de stingrays (pijlstaartroggen) en babyhaaitjes zwemmen! Alweer een speciaal moment :-) Dat is trouwens hetzelfde onwezenlijke witte zand uit Pirates of the Carribean 'At World's End' en waarmee de Nasa telescopen worden onderhouden. Heeft te maken met de unieke zuiverheid en percentage silicium in dat zand...
 In de namiddag gingen we dan snorkelen in een prachtig stukje koraalrif dat door uitzonderlijke wind toch kon bezocht worden, en dat mooier is dan Finding Nemo of andere films kunnen laten zien. De snorkelbeurten daarna, in twee andere baaien, waren ook mooi, en ongevaarlijker. Ervaring, ook al is ze pril, is toch zo rustgevend, zeker bij zwemmen of snorkelen. Tussendoor keken we naar spelende walvissen in de verte vanuit het onboard brubbelbadje. Snoezelig. En zonsondergangen met kleuren die Technicolor of Bruynzeel niet hebben. Prachtig. Na de boottocht konden we terug even genieten van een echte douche.

In Airlie Beach heb ik deftig didgeridoo leren spelen van een kleine jongedame met tattoos, zoals álle Ozzies (Nele denkt dat ze verliefd was, ik denk dat ze gewoon happy was met een leerling met muzikale achtergrond), en heb de beginselen beet van circulaire ademhaling :-) Ik heb op het punt gestaan om een fantastisch instrument te kopen en onbesuisd een solocarrière te beginnen. Maar we zullen eerst een beetje moeten werken om die kost te dragen. En volgens Nele mag ik niet zelf een eucalyptusboomke kiezen, kappen en blazen. De douane zou daar niet mee kunnen lachen.
 Na dat weekendje decadentie volgden enkele dagen van reizen, met gesnorkel in Horseshoe bay in Bowen, typisch Australisch havenstadje, slapen op Bruce Highway Rest Areas die zo gezellig zijn als ze klinken, en tropisch strandkamperen, dat uitgezonderd het gebrek aan douche of elektriciteit ook zo gezellig is als het klinkt. Een vuurtje stoken voor de koffie of avondeten durven we niet. Het is in 25 jaar niet zo droog geweest in Australië en iedereen sproeit zijn gras alsof dat ook moet leren zwemmen. Het is vreselijk droog en dor. We hopen dat de zomer (vanaf november) niet te erg lijdt onder bosbranden, maar zoals het er nu uitziet kunnen de mensen zich enkel voorbereiden op het ergste. Nu is er geen probleem, er wordt preventief zeer tactisch, grondig en hard gewerkt, en vanaf november houden we u op de hoogte van onze positie ten opzichte van het brandgevaar.
Het verloop van de laatste drie dagen is een beetje vaag, wat jammer is voor de verslaggeving. En dat heeft meer te maken met de data overload dan met het vatje Old Tawnee dat bijna op is. Op 3 september zijn we even de tropische bergen in getrokken. Eén dagje, maar binnenkort denk ik dat we dat nog zullen doen. Dit was weeral prachtig en behoorlijk indrukwekkend. We hebben nog geen wilde 'cassowaries' of 'platypus' kunnen spotten, maar we zaten wel in hun territorium, een prehistorisch lijkend woud, ver van alles en mooier dan veel.
Paluma is een dorp om van te houden, maar nooit te wonen
 
Birthday Creek Falls is een mooie naam en heel Tarzanlike
En Little Crystal Creek is heel fotogeniek, het water heerlijk fris.

Nu kan ik nog vertellen dat we nog één nacht in Townsville blijven en daarna waarschijnlijk verder trekken naar het dichtbeboste Noorden. Of een beetje klussen aan de auto (en een aanhangwagen?) Nele zal graag zelf over haar verjaardag bloggen, met of zonder desuperlativering.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten